Betekenis van:
bikken

bikken
Werkwoord
  • met moeite ervan af schrapen of hakken.
"Ik moest bikken om het ijs van mijn voorruit te krijgen."
bikken
Werkwoord
  • het nuttigen van voedsel.
"Ik wil graag eerst wat bikken."
bikken
Werkwoord
  • hakken; hakkend vervaardigen; van steen of ijzer afhakken; kappen met bijl of mes
"stenen bikken"
"roest bikken"

Synoniemen

Hyperoniemen

bikken
Werkwoord
  • met welbehagen eten

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord