Betekenis van:
billijken
billijken
Werkwoord
- goedkeuren of toestaan
"Ik kan het gedrag van die jongen niet billijken."
billijken
Werkwoord
- billijken; goedkeuren; vergoelijken; goedpraten; rekenschap afleggen; legaliseren
"iemands standpunt/gedrag billijken"
"kunnen billijken dat ..."