Betekenis van:
binnenkomen

binnenkomen
Werkwoord
  • een ruimte betreden (vanuit die ruimte gezien)
"Wij kwamen een grote kamer binnen."
binnenkomen
Werkwoord
  • zijn bestemming bereiken
"berichten komen binnen"
"meldingen komen binnen bij de politie"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

binnenkomen
Werkwoord
  • in een al of niet genoemde ruimte komen
"een land binnenkomen"
"(in) een ruimte binnenkomen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

binnenkomen
Werkwoord
  • (van schepen) in de haven komen
"de haven binnenkomen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Je mag nu binnenkomen.
  2. Mag ik binnenkomen?
  3. Kan ik binnenkomen?
  4. "Je zou beter binnenkomen", zei de man.
  5. De deuren waren op slot en we konden op geen enkele manier binnenkomen.
  6. goederen die per pijpleiding binnenkomen of uitgaan;
  7. Zendingen visserijproducten die de Gemeenschap via spoorvervoer binnenkomen
  8. Zendingen visserijproducten die de Gemeenschap via luchtvervoer binnenkomen
  9. Zendingen visserijproducten die de Gemeenschap via wegvervoer binnenkomen
  10. die de lidstaten binnenkomen om onder douanetoezicht te worden doorgevoerd;
  11. goederen die door middel van een pijpleiding binnenkomen;
  12. Vlucht wordt berekend als de som van alle luchtstromen die de salpeterzuurproductie-eenheid binnenkomen.
  13. Bij het binnenkomen of verlaten van het grondgebied van een lidstaat wordt een stempel aangebracht in: […]”;
  14. gedomesticeerde zoogdieren mogen het bedrijf niet zonder toestemming van de bevoegde autoriteit binnenkomen of verlaten.
  15. Winkels worden gedefinieerd als vaste verkooppunten waar de klanten binnenkomen om hun aankopen te doen.