Betekenis van:
binnenlopen
binnenlopen
Werkwoord
- naar binnen gaan; naar binnen gaan
"bij [een kennis] binnenlopen"
"bij [de bank] binnenlopen"
Synoniemen
Hyperoniemen
binnenlopen
Werkwoord
- te voet binnengaan
"Hij was de verkeerde kamer binnengelopen en trok zich snel terug."
binnenlopen
Werkwoord
- een haven invaren
"Het schip was nog niet helemaal binnengelopen toen er een storm losbarstte."
binnenlopen
Werkwoord
- (van schepen) in de haven komen
"(de haven van) Scheveningen binnenlopen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Binnenlopen van de haven
- Aanmelding voor schepen die havens van de lidstaten binnenlopen en deze havens verlaten
- Voorts meldt de gezagvoerder onverwijld, en zo mogelijk vóór het binnenlopen van het vaartuig in de haven, de aanwezigheid van verstekelingen bij de bevoegde autoriteiten.
- In afwijking van artikel 4 mag een pleziervaartuig dat uit een derde land komt, bij wijze van uitzondering een haven binnenlopen die niet als grensdoorlaatpost is aangemerkt.
- Hij verstrekt de relevante gegevens uit het logboek in elk geval na beëindiging van de laatste visserijactiviteit en voor het binnenlopen in de haven.
- Gewone papieren BFP’s kunnen namelijk in elk postkantoor en op ieder tijdstip worden „gekocht”: een ieder kan een postkantoor binnenlopen, zich legitimeren en het door haar/hem gewenste bedrag in contanten in BFP’s beleggen.
- De kapitein van een in punt 1.1.1 bedoeld vaartuig of zijn gemachtigde stelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de aanvoer zal plaatsvinden ten minste 4 uur vóór het binnenlopen van de aanvoerhaven van de betrokken lidstaat in kennis van:
- De kapitein van een in punt 9.1 bedoeld vaartuig, of zijn vertegenwoordiger, stelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de aanvoer zal plaatsvinden ten minste 4 uur vóór het binnenlopen van de aanvoerhaven van de betrokken lidstaat in kennis van: