Betekenis van:
binnenplaats
binnenplaats (de ~ | meervoud binnenplaatsen)
Zelfstandig naamwoord
- door muren omsloten plek
"op de binnenplaats"
Hyperoniemen
Hyponiemen
binnenplaats
Zelfstandig naamwoord
- een open ruimte omringd door gebouwen, vaak tussen voor- en achterhuis
"In de zomer konden we uren op de binnenplaats zitten."
Voorbeeldzinnen
- Er loopt een pauw op de binnenplaats.
- Reiniging van de binnenplaats/werkplaats