Betekenis van:
blaren

blaren
Zelfstandig naamwoord
  • van blaar
blaren
Zelfstandig naamwoord
  • van blad
blaar (de ~ | meervoud blaren)
Zelfstandig naamwoord
  • blaasje op huid
"een blaar doorprikken"
"zich de blaren werken"

Hyperoniemen

Hyponiemen

blaar (de ~ | meervoud blaren)
Zelfstandig naamwoord
  • witte plek op het voorhoofd van een rund

Hyperoniemen

blaar (de ~ | meervoud blaren)
Zelfstandig naamwoord
  • runderras

Synoniemen

Hyperoniemen

blaren
Werkwoord
  • onwelluidend zijn stem verheffen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.
  2. gele of oranje blaren