Betekenis van:
blijk
blijk
Zelfstandig naamwoord
- een teken waaruit iets blijkt, bijvoorbeeld deelname
"Hij zond bloemen als blijk van zijn betrokkenheid."
blijk (het ~ | meervoud blijken)
Zelfstandig naamwoord
- iets waaruit juistheid blijkt; bewijs; bewijs; blijk waaruit men het bestaan of de juistheid van iets kan opmaken; verklaring als getuige
"een blijk van [dankbaarheid]"
"als blijk van [vertrouwen/waardering/medeleven]"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Blijk geven van een constructieve houding.
- In totaal gaven twaalf investeerders blijk van belangstelling.
- blijk te geven van goed inzicht en vliegerschap;
- het door de organisator overgelegde journaal realistisch is en blijk geeft van naleving van deze verordening;
- Ariana Afghan Airlines heeft blijk gegeven van een gebrek aan vermogen om deze veiligheidstekortkomingen te verhelpen.
- Vier ondernemingen hebben blijk gegeven van belangstelling, maar alleen Sernam kwam als gegadigde in aanmerking.
- Blijk geven van inachtneming van de aanbevelingen van internationale financiële instellingen.
- Air Koryo heeft blijk gegeven van een gebrek aan vermogen om deze veiligheidstekortkomingen te verhelpen.
- Eerdere jurisprudentie: blijk van het specifieke karakter van de regeling zoals ingesteld door de zaak-Campoloro
- blijk hebben gegeven van een passend niveau van taalvaardigheid overeenkomstig de in bijlage III vermelde eisen.
- Activiteiten die blijk geven van een potentieel multiplicatoreffect, komen in aanmerking voor financiering.
- Het personeel van de instanties moet blijk geven van technische bekwaamheid en professionele integriteit.
- Geef details en bewijzen waaruit blijk dat het project van groot belang is wat de omvang ervan betreft:
- In de tweede helft van 2008 heeft ARP nog een blijk van belangstelling ontvangen, deze keer van […].
- Hij moet blijk geven van een goed oordeelsvermogen en een onpartijdig en objectief standpunt overeenkomstig het statuut kunnen innemen.