Betekenis van:
blijven

blijven
Werkwoord
  • koppelwerkwoord
"(ondanks succes) gewoon blijven"
"gezond/vriendelijk/enthousiast blijven"

Hyperoniemen

Hyponiemen

blijven
Werkwoord
  • voortgaan aanwezig te zijn
"blijven eten/slapen"
"ik blijf"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

blijven
Werkwoord
  • ''~ + predikaat'' niet veranderen, voortduren
"Het blijft vervelend, zoiets."
blijven
Werkwoord
  • ''~ + onbepaalde wijs'' niet veranderen, voortduren
"De bal, die tegen de muur geworpen wordt, blijft terugkomen."
blijven
Werkwoord
  • ergens vertoeven
"Hij wilde graag op die camping blijven."
blijven
Werkwoord
  • verdergaan met datgene wat men aan het doen is
"blijven staan"
"blijven praten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

blijven
Werkwoord
  • in de genoemde toestand laten blijven

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

blijven
Werkwoord
  • niet wegdoen; niet verliezen; handhaven; in stand houden

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Zult ge thuis blijven?
  2. Ik zal daar blijven.
  3. Thuis blijven is saai.
  4. Je moet blijven trainen.
  5. Ik zou liever thuis blijven.
  6. Ik zou liever thuis blijven.
  7. We hadden thuis moeten blijven.
  8. Thuis blijven is niet leuk.
  9. Hij kan niet lang blijven.
  10. Het is saai om thuis te blijven.
  11. We willen blijven wat we zijn.
  12. Je moet hier blijven totdat we terugkomen.
  13. Daarom zal ik hier moeten blijven.
  14. We zouden hier beter niet langer blijven.
  15. Ik geef je toestemming om te blijven.