Betekenis van:
bloeden

bloeden
Werkwoord
  • bloed laten uitvloeien
"uit [een wond/de neus] bloeden"
"voor iets moeten bloeden"

Hyperoniemen

Hyponiemen

bloeden
Werkwoord
  • het vloeien van bloed
"Het dier bloedde uiteindelijk dood."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.
  2. Ik kan het bloeden niet stelpen.
  3. Bloeden (loofbomen)