Betekenis van:
bloesem

bloesem (de ~ | meervoud bloesems)
Zelfstandig naamwoord
  • al de bloemen van een plant of boom
"bloesem dragen"
"de bloesem valt af"

Hyperoniemen

Hyponiemen

bloesem
Zelfstandig naamwoord
  • het bloemengeheel van een boom
"De aanhoudende koude bedreigt de bloesems van Limburgse appelbomen."

Werkwoord