Betekenis van:
boek
boek
Zelfstandig naamwoord
- een ingebonden bundel bedrukte of beschreven vellen papier
"Als hij wat tijd voor zichzelf had, ging hij bijna altijd een boek lezen."
boek (het ~ | meervoud boeken)
Zelfstandig naamwoord
- het boekhouden; boekhouding; de boekhouding doen
"de boeken bijhouden"
"de boeken sluiten"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
boek
Zelfstandig naamwoord
- aantal bladen wit papier, bestemd om er aantekeningen in te schrijven
Hyperoniemen
boek
Zelfstandig naamwoord
- hoofdafdeling van een uitgebreid letterkundig werk
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Dit is haar boek.
- Dit boek is zwaar.
- Ze nam haar boek.
- Dat boek was interessant.
- Dit is een boek.
- Lees het boek hardop.
- Doe je boek dicht.
- Dit boek is nagelnieuw.
- Waar is het boek?
- Dat boek is klein.
- Dit boek was gemakkelijk.
- Ik lees dit boek.
- Wie schreef dit boek?
- Dit is een boek.
- Is dit uw boek?