Betekenis van:
boerenkool
boerenkool (de ~ | meervoud boerenkolen)
Zelfstandig naamwoord
- kool met donkergroene bladen
"boerenkool met worst"
"stamppot boerenkool"
Hyperoniemen
boerenkool
Zelfstandig naamwoord
- een kool met sterk gekrulde bladeren
"De boerenkool groeit maar in een bepaalde tijd."
boerenkool
Zelfstandig naamwoord
- een stamppot van boerenkool met aardappelen
"Wij houden erg van boerenkool."
Voorbeeldzinnen
- Boerenkool
- Boerenkool
- Boerenkool
- Boerenkool (Krulkool)
- Rode kool, witte kool, bloemkool, spruitjes, koolrabi, boerenkool en dergelijke eetbare kool van het geslacht „Brassica”, vers of gekoeld
- Rodekool, wittekool, bloemkool, boerenkool, koolrabi en dergelijke eetbare kool van het geslacht Brassica, behalve spruitjes, vers of gekoeld