Betekenis van:
boodschappen
boodschappen
Werkwoord
- door middel van een boodschap overbrengen
"Helaas, zij vermoedde niet, deze vrouw, dat het biljet hetwelk de overwinning boodschapte, in later tijd een doodvonnis zou blijken te zijn!"
boodschap (de ~ | meervoud boodschappen)
Zelfstandig naamwoord
- overgebrachte mededeling
"een boodschap dat .."
"de boodschap [iets] te [doen]"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Ik doe iedere morgen boodschappen.
- Hij ging boodschappen doen in een warenhuis.
- Het is niet mogelijk vanmiddag de boodschappen te doen omdat de winkels gesloten zijn.
- Belangrijkste boodschappen
- Draagbare ontvangers voor oproepen en boodschappen
- Model voor de mededeling van VMS-boodschappen
- informatie- en promotiecampagnes om de belangrijkste boodschappen te verspreiden;
- gezinsleden die de boodschappen voor hun rekening nemen,
- Elektronische boodschappen die overeenkomstig deze richtlijn en de desbetreffende gemeenschapswetgeving worden uitgewisseld, worden via SafeSeaNet verstuurd.
- uitwisseling van mondelinge boodschappen betreffende het voorval, met inbegrip van documentatie afkomstig van opnamen;
- De Commissie zendt deze boodschappen elektronisch door aan het ICCAT-secretariaat.
- Gezinnen, en vooral de gezinsleden die de boodschappen voor hun rekening nemen,
- Voorbeelden van via het „Trackwell protocol” verstuurde boodschappen op het testsysteem (httpsgwt)
- In tegenstelling tot een film, hebben videospelletjes niet tot doel ideeën of culturele boodschappen te verspreiden.
- door meer dan één lidstaat ingediende programma's met gecoördineerde strategieën, acties en boodschappen;