Betekenis van:
bout
bout (de ~ | meervoud bouten)
Zelfstandig naamwoord
- schroef
"je kan me de bout hachelen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
bout
Zelfstandig naamwoord
- eend; bepaalde watervogel met zwemvliezen
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
bout
Zelfstandig naamwoord
- verbindingsmiddel, meest uit metaal vervaardigd en voorzien van een schroefdraad
bout
Zelfstandig naamwoord
- een stuk vlees, meestal een poot
bout
Zelfstandig naamwoord
- een projectiel dat door een kruisboog wordt afgeschoten
bout
Zelfstandig naamwoord
- ontlasting, uitwerpselen
bout
Zelfstandig naamwoord
- een soldeerijzer
bout
Zelfstandig naamwoord
- een strijkijzer
bout (de ~ | meervoud bouten)
Zelfstandig naamwoord
- bout waarmee men na verhitting soldeert
Synoniemen
Hyperoniemen
bout
Zelfstandig naamwoord
- metalen voorwerp met handvat, dat verhit wordt om wasgoed mee te strijken
Synoniemen
Hyperoniemen
bout
Zelfstandig naamwoord
- ambtenaar van de politie
Synoniemen
- politieagent
- agent
- diender
- flic
- gerechtsdienaar
- glimmerik
- juut
- klabak
- politie
- politieambtenaar
- politiebeambte
- rakker
- sjouter
- smeris
- tuut
- wout
- flik
- pandoer
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Viktor Anatoljevitch Bout (alias a) Butt, b) Bont, c) Butte, d) Boutov, e) Vitali Sergitov.
- De kogelkoppelingen en trekogen kunnen met behulp van een schroef-, bout- of lasverbinding aan de dissel zijn bevestigd.
- De heer Xavier BOUT DE MARNHAC wordt met ingang van 15 oktober 2010 benoemd tot hoofd van de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo, EULEX KOSOVO.
- Zij kunnen op zich worden gebruikt en in hout (houtschroeven) of metaalplaat (zelftappende schroeven) worden bevestigd of worden gecombineerd met een moer en sluitringen om zo een bout te vormen.