Betekenis van:
bouwnijverheid

bouwnijverheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • bouwbedrijven; bouwbedrijf; economische tak; geheel van bouwmensen; branche v.d. bouwnijverheid
"in de bouwnijverheid"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Bouwnijverheid
  2. Bouwnijverheid
  3. B – Bouwnijverheid
  4. Bouwwerken; bouwnijverheid
  5. Landbouw/bouwnijverheid
  6. F Bouwnijverheid
  7. Mortel (bouwnijverheid)
  8. waarvan: bouwnijverheid
  9. Stangen (bouwnijverheid)
  10. Platen (bouwnijverheid)
  11. F (bouwnijverheid);
  12. Waarvan: bouwnijverheid
  13. Voorlopige resultaten (bouwnijverheid)
  14. Omzet uit bouwnijverheid
  15. Jaarstatistiek EEA's (bouwnijverheid)