Betekenis van:
bramen
braam (de ~ | meervoud bramen)
Zelfstandig naamwoord
- struik met bramen; braamstruik
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Bramen
- bramen en moerbeien
- Dauw-bramen (Loganbes, boysenbes, kruipbraam)
- frambozen, bramen, moerbeien en loganbessen
- Bramen, moerbeien en loganbessen, vers
- frambozen, bramen, moerbeien, loganbessen, zwarte, witte of rode aalbessen en kruisbessen
- Wat indoxacarb betreft, is een dergelijke aanvraag ingediend voor gebruik op frambozen, bramen en spruiten.
- Eetbare vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, al dan niet met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen (uitgezonderd aardbeien, frambozen, bramen, moerbeien, loganbessen, zwarte, witte of rode aalbessen, kruisbessen, blauwe bosbessen en tropische vruchten)
- Frambozen, bramen, moerbeien, loganbessen, zwarte, witte of rode aalbessen en kruisbessen, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, zonder toevoeging van suiker of andere zoetstoffen, niet verpakt voor verkoop in het klein, bestemd voor industrieel gebruik