Betekenis van:
brander
brander (de ~ | meervoud branders)
Zelfstandig naamwoord
- brander op een kooktoestel; apparaatje waar vlam uit komt
"een van de branders van het gasfornuis was verstopt"
"met scheikunde deden we proeven met reageerbuisjes en branders"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Ontsteking van de brander
- Cd-speler en/of -brander
- Cd/dvd-speler en/of -brander
- Atoomabsorptiespectrofotometer, uitgerust met een door lucht en acetyleen te voeden brander
- De eerste streep (d.w.z. de nulstreep) wordt op dezelfde hoogte als de brander getrokken.
- „cv-ketel” het geheel van ketellichaam en brander dat de verbrandingswarmte op vloeistoffen overbrengt; 17.
- Alle berekende parameters worden geëvalueerd gedurende 20 minuten vanaf het begin van de test (ontsteking van de brander).
- Het aan de brander toegevoerde gas moet een calorische waarde hebben van ongeveer 38 MJ/m3 (bv. aardgas).
- Elke proceseenheid beschikt over twee branders en twee secundaire ventilatoren voor het geval een brander of ventilator uitvalt.
- 20 minuten na ontsteking van de brander (einde van de periode voor de berekening van de parameters)
- Het onderste gedeelte van de elektrische leidingen bevindt zich 20 cm onder de onderrand van de brander.
- Deze brander moet automatisch worden ingeschakeld wanneer de temperatuur van de verbrandingsgassen na de laatste toevoer van verbrandingslucht tot onder de in lid 2 vastgestelde temperatuur zakt.