Betekenis van:
breidel

breidel
Zelfstandig naamwoord
  • een hoofdstel waarmee een paard gemend wordt
"Hij moest nog een breidel voor het paard aanschaffen."
breidel (de ~ | meervoud breidels)
Zelfstandig naamwoord
  • riem om rijdier te besturen; teugel; riem of koord, stel riemen of koorden waarmee men een rij- of trekdier bestuurt; riem om een trekdier te sturen

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord