Betekenis van:
broeder

broeder (de ~ | meervoud broeders)
Zelfstandig naamwoord
  • niet kerkelijk gewijd lid van een orde of congregatie
"bij de broeders op school gaan"
"barmhartige broeders"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

broeder
Zelfstandig naamwoord
  • lid van een christelijke gemeente

Hyperoniemen

Hyponiemen

broeder
Zelfstandig naamwoord
  • naaste medemens

Hyperoniemen

broeder
Zelfstandig naamwoord
  • een broer
broeder
Zelfstandig naamwoord
  • een medemens of naaste
broeder
Zelfstandig naamwoord
  • een kloosterling die geen priester is of die daarvoor wordt opgeleid
broeder
Zelfstandig naamwoord
  • een lid van een christelijke gemeente
broeder
Zelfstandig naamwoord
  • een verpleger
broeder (de ~ | meervoud broeders)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die beroepsmatig verpleegt; verpleger; verpleger

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

broeder
Zelfstandig naamwoord
  • jongen met dezelfde ouders; iemands broer

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Gegroet broeder, en vaarwel