Betekenis van:
bruut
bruut
Zelfstandig naamwoord
- iemand die nietsontziend en gewelddadig optreedt
"Die vent is een echte bruut."
bruut
Bijvoeglijk naamwoord
- nietsontziend en gewelddadig
"Zelfs het bruutste optreden vermocht de opstand niet neer te slaan."
bruut
Bijvoeglijk naamwoord
- met geweld gebeurend
"brute kracht"
"met bruut geweld"