Betekenis van:
budget
budget (het ~ | meervoud budgetten, budgets)
Zelfstandig naamwoord
- schatting van de benodigde uitgaven, vooral van de overheid
"passen in het budget"
"een vast budget"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Totaal budget: …
- goedgekeurd budget
- Totaal budget:
- Budget voor scholing
- FOD Budget en Beheerscontrole
- Budget van de maatregel
- Intensiteit, budget en looptijd
- Budget: het budget wordt begroot op maximaal 1202024,21 EUR.
- Nieuw budget (zowel het totale budget als het jaarlijkse budget vermelden, in voorkomend geval in de nationale valuta): …
- SPF Budget et Contrôle de la Gestion
- nieuw budget (zowel het totale budget als het jaarbudget vermelden, in de betrokken nationale valuta) …
- Nieuw budget (zowel het totale budget als het jaarbudget vermelden, in de betrokken nationale valuta)
- Vermeld hier het budget of de omvang van fonds.
- Doelstelling, rechtsgrond, duur en budget van de regeling
- Jaarlijks budget voor opleiding, waaronder bij- en nascholing