Betekenis van:
buffel

buffel (de ~ | meervoud buffels)
Zelfstandig naamwoord
  • soort rund

Hyperoniemen

buffel
Zelfstandig naamwoord
  • een verzamelnaam voor een aantal zware rundersoorten met vaak forse hoorns
buffel
Zelfstandig naamwoord
  • leer vervaardigd van de huid van een buffel.

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Is dit een koe of een buffel?
  2. Aziatische buffel
  3. kaas van koe-/geiten-/schapen-/buffel-/gemengde melk;
  4. kaas van koe-/ geiten-/ schapen-/ buffel-/ gemengde melk,
  5. % CM = percentage koemelk; 1 + = monster met 1 % koemelk waaraan in het midden zuivere rundercaseïne is toegevoegd; C = koe; E = schaap; G = geit; B = buffel.
  6. Vergelijk deze waarde met de piekoppervlakverhouding voor de γ2- en γ3-caseïnen bij de op dezelfde gel geanalyseerde 1 %-referentiestandaard (schapen of geiten) of tijdelijke laboratoriumstandaard (buffel).
  7. Daarna kan de hoeveelheid koemelk (minder dan, gelijk aan of meer dan 1 %) in het onbekende monster rechtstreeks worden bepaald door de intensiteit voor de γ3- en γ2-caseïnen van runderen (zie „γ3 C” en „γ2 C” in de figuren 4a, 4b en 5) te vergelijken met die van de 0 %- en 1 %-referentiestandaards (schapen, geiten) of tijdelijke laboratoriumstandaards (buffel).