Betekenis van:
buidel
buidel
Zelfstandig naamwoord
- een stevige, vaak leren of stoffen zak waarin vaak kostbare zaken zoals geld meegedragen worden
"Hij tastte eens diep in de buidel."
buidel (de ~ | meervoud buidels)
Zelfstandig naamwoord
- zak/tas
"diep/flink in de buidel tasten"
"een buidel geld/shag"
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Uit door Duitsland verstrekte informatie blijkt dat de overheid diep in de buidel heeft getast voor de aanleg van de kabelnetten in de jaren 80 [13].