Betekenis van:
buitenband

buitenband (de ~ | meervoud buitenbanden)
Zelfstandig naamwoord
  • band om binnenband
"de buitenband verwisselen"

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. „reparatie”, het binnen overeengekomen grenzen herstellen van een beschadigde buitenband;
  2. Het nieuwe materiaal moet aan de buitenband worden gehecht;
  3. penetraties van het karkas of beschadigingen van de buitenband, bij categorieën boven snelheidscategorie „H”, tenzij die buitenband bestemd zal zijn voor een lagere snelheidscategorie;
  4. De koorden van de buitenband mogen niet beschadigd raken tijdens de voorbereidende werkzaamheden.
  5. „voorgevulkaniseerd”, aanduiding voor een vooraf bewerkt en gevulkaniseerd loopvlak dat wordt aangebracht op de geprepareerde buitenband.
  6. Het rechtstreeks op de geprepareerde buitenband geëxtrudeerde nieuwe materiaal moet worden gevulkaniseerd;
  7. „zijwandbekleding”, materiaal voor de bekleding van de zijwanden van de buitenband, zodat daar de gewenste opschriften op aangebracht kunnen worden;
  8. buitenband”, de versleten band, bestaande uit het karkas en wat er over is van het loopvlak en de zijwand;
  9. „voorgevulkaniseerd”, aanduiding voor een vooraf bewerkt en gevulkaniseerd loopvlak dat rechtstreeks wordt aangebracht op de geprepareerde buitenband.
  10. „opwikkelstrook”, strook loopvlakmateriaal die direct wordt geëxtrudeerd en opgewikkeld op de geprepareerde buitenband totdat het gewenste doorsnedeprofiel wordt verkregen.
  11. „hechtrubber”, materiaal dat wordt gebruikt als hechtlaag tussen het nieuwe loopvlak en de buitenband, en voor kleine reparaties;
  12. „hechtrubber”, materiaal dat wordt gebruikt als hechtlaag tussen het nieuwe loopvlak en de buitenband, en voor kleine reparaties;
  13. „zijwandbekleding”, materiaal voor de bekleding van de zijwanden van de buitenband, zodat daar de gewenste opschriften op aangebracht kunnen worden;
  14. De snelheidscode of belastingsindex van banden die al eerder zijn gecovered, mag niet hoger zijn dan die welke is aangegeven op de gebruikte buitenband.
  15. „afslijping”, procédé dat bestaat uit het verwijderen van het versleten materiaal van de buitenband om het desbetreffende oppervlak te prepareren voor het daarop aan te brengen nieuwe materiaal;