Betekenis van:
bundel

bundel (de ~ | meervoud bundels)
Zelfstandig naamwoord
  • samengesteld boek
"een bundel [artikelen]"
"een bundel samenstellen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

bundel (de ~ | meervoud bundels)
Zelfstandig naamwoord
  • aantal lijnen door één punt; verzameling rechte lijnen in één vlak
"een bundel [zonlicht]"

Synoniemen

Hyperoniemen

bundel (de ~ | meervoud bundels)
Zelfstandig naamwoord
  • samengepakte dingen
"een bundel [kleren]"
"zijn bundeltje pakken"

Hyperoniemen

bundel
Zelfstandig naamwoord
  • zijdelings bijeengehouden verzameling langwerpige voorwerpen

Werkwoord

bundel
een vervoeging van bundelen

Voorbeeldzinnen

  1. Bundel (bundle)
  2. Bundel (truss)
  3. Bundel (bunch)
  4. Bundel (bundle) BE
  5. Buizen, gebundeld of samengevoegd (tubes, in bundle/bunch/truss) TZ Bundel (bunch) BH Bundel (bundle) BE Bundel (truss) TS Bus CC Canvas CZ Capsule AV Cilinder CY
  6. Franse Raad van State, 30 november 1923, bundel, blz. 789.
  7. "Lint" (1): een bundel "monofilamenten", die gewoonlijk ongeveer parallel lopen.
  8. Positieve waarden wijzen op een opwaarts gerichte bundel.
  9. Het aantal leidingen in elke bundel (n) bedraagt:
  10. "Roving" (1): een bundel (normaal 12-120) van ongeveer evenwijdige 'strengen'. NB:'Streng': een bundel monofilamenten (normaal meer dan 200) die ongeveer parallel lopen.
  11. "Roving" (1): een bundel (normaal 12-120) van ongeveer evenwijdige "strengen". NB:’Streng’: een bundel monofilamenten (normaal meer dan 200) die ongeveer parallel lopen.
  12. Neerwaartse hellingsgradiënt van de gedimde bundel van een voertuig van categorie M1
  13. NB:’streng’: een bundel "monofilamenten" (normaal meer dan 200) die ongeveer parallel lopen.
  14. "Roving" (1): een bundel (normaal 12-120) van ongeveer evenwijdige ’strengen’.
  15. "Roving" (1): een bundel (normaal 12-120) van ongeveer evenwijdige 'strengen'.