Betekenis van:
cash
cash
Zelfstandig naamwoord
- contant geld
"Hij betaalde de ober met cash."
cash
Zelfstandig naamwoord
- betaling direct bij aankoop; contant
"cash geld"
"[duizend] gulden cash"
Synoniemen
Hyperoniemen
cash
Bijvoeglijk naamwoord
- contant.
"De drugsdealer werd met cash geld betaald."
Voorbeeldzinnen
- Wat is de cash-limiet voor deze kaart?
- Cash-/beleggingsdiensten:
- Cash flow × 1000 EUR
- Cash-out machines (COM’s)
- Cash-in machines (CIM’s)
- Gecumuleerde Free Cash Flow
- Cash-recycling machines (CRM’s)
- Gecombineerde cash-in machines (CCM’s)
- Prognoses toekomstige discounted cash flow
- (Discounted Cash Flow (DCF)) — (Investeringskosten) + (Steun) = 0
- Gegevensposten betreffende aan NCB gerelateerde cash infrastructuur
- Vanaf 1998 ging KWW deel uitmaken van die „cash pool”.
- De voor de vorming van een cash pool toegekende garantie
- Aantal cash-centra die geen eigendom zijn van NCB
- In dat scenario zou BE nog steeds cash genereren.