Betekenis van:
centrum
centrum (het ~ | meervoud centra, centrums)
Zelfstandig naamwoord
- middelpunt v.e. gebied; belangrijke plaats
"Utrecht ligt in het centrum van het land"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
centrum (het ~ | meervoud centra, centrums)
Zelfstandig naamwoord
- concentratie van bepaalde activiteiten
"het psychiatrisch/administratief/commercieel centrum"
"het centrum voor dienstverlening"
Hyperoniemen
Hyponiemen
centrum
Zelfstandig naamwoord
- middelpunt,in het midden gelegen
centrum
Zelfstandig naamwoord
- binnenstad
Voorbeeldzinnen
- Het stadhuis is in het centrum.
- In het centrum
- Het Marktplein is het historische centrum van de stad.
- Centrum
- Centrum 3
- Centrum 2
- Centrum 1
- Centrum voor gelijke kansen
- Divisie Centrum-Mandalay
- Het Centrum heeft:
- Adres van het centrum
- Erkenningsnummer van het centrum
- Naam van het centrum
- Erkenningsnummer van het centrum
- „het Centrum”: het Centrum voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven;