Betekenis van:
certificeren
certificeren
Werkwoord
- het officieel verklaren dat iets geldig is of voldoet aan een norm (zwart op wit geven)
Voorbeeldzinnen
- testen en certificeren: …
- te certificeren dat:
- testen en certificeren: …
- de gegevens in de overhevelingsaangifte en in de kooiverklaring certificeren;
- hun activiteiten te laten certificeren of beoordelen door onafhankelijke of geaccrediteerde organisaties;
- „conformiteitsbeoordelingsinstantie”: een instantie die conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verricht, zoals onder meer ijken, testen, certificeren en inspecteren;
- "programmatuur" voor het certificeren van "programmatuur", bedoeld in 5D002.c.1.
- een certificeringsautoriteit om uitgavendeclaraties en betalingsaanvragen te certificeren alvorens zij aan de Commissie worden toegezonden;
- „keuringsinstantie” een instantie die beoordelingsactiviteiten ten behoeve van overeenstemming verricht, zoals onder meer ijken, testen, certificeren en inspecteren; 13.
- De fabrikanten worden geacht de productmodellen die aan de Energy Star-richtsnoeren voldoen, te testen en zelf te certificeren.
- Het rollend materieelregister moet de snelheid en de coniciteit waarvoor het voertuig ontworpen en stabiel is vermelden en certificeren.
- De voorwaarden voor het certificeren van de wagens, ondeelbare groepen wagens en gekoppelde groepen wagens zijn opgenomen in artikel 4.2.3.5.2.
- De fabrikanten worden geacht de productmodellen die aan de ENERGY STAR-richtsnoeren voldoen, te testen en zelf te certificeren.
- De fabrikanten worden geacht de modellen die aan de ENERGY STAR-richtsnoeren voldoen, te testen en zelf te certificeren.
- De taak van de rekenplichtige om de rekeningen te certificeren op basis van de financiële informatie die hem door de ordonnateurs is verstrekt, moet worden verduidelijkt.