Betekenis van:
champignon

champignon (de ~ | meervoud champignons)
Zelfstandig naamwoord
  • eetbare paddestoel
"champignons kweken"
"biefstuk met champignons"

Synoniemen

Hyperoniemen

champignon
Zelfstandig naamwoord
  • ''Agaricus bisporus'' en ''Agaricus bitorquis'', een eetbare en speciaal gekweekte witte paddenstoel
champignon
Zelfstandig naamwoord
  • zwam met paddestoelen waarvan de sporen zich in plaatjes onder de hoed bevinden

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Champignon, oesterzwam, shii-take
  2. Gekweekt (Champignon, oesterzwam, shiitake)