Betekenis van:
charme

charme (de ~ | meervoud charmes)
Zelfstandig naamwoord
  • innemende aantrekkelijkheid
"je charmes uitbuiten"
"charme hebben/bezitten"

Synoniemen

Hyperoniemen

charme
Zelfstandig naamwoord
  • bekoring

Voorbeeldzinnen

  1. Muziek heeft de charme om een wild beest te kalmeren.