Betekenis van:
checken

checken
Werkwoord
  • controleren, nakijken
"Check jij even of de post er al is?"

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. bagage in te checken en te registreren;
  2. Eventuele uitvoering van een of meer praktijkcycli om de motor, de testruimte en de emissiesystemen te checken
  3. Vóór de meetcyclus kunnen eventueel een of meer praktijkcycli worden uitgevoerd om de motor, de testruimte en de emissiesystemen te checken.