Betekenis van:
chocolade
chocolade
Zelfstandig naamwoord
- een lekkernij die gemaakt is van cacao, suiker en cacaoboter
"De chocolade is alweer op."
chocolade
Zelfstandig naamwoord
- drank bereid uit cacao, suiker en melk
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Ik hou van chocolade.
- Wie wil er warme chocolade?
- Ann heeft een zwak voor chocolade.
- Chocolade
- 0– – chocolade en chocoladewerken:
- Suikerwerk, witte chocolade
- chocolade en chocoladewerken
- witte chocolade–– troken
- Cacao-, chocolade- en suikerwerkfabrieken
- chocolade en chocoladewerken:
- Cacao; chocolade en suikerwerk
- Andere chocolade en chocoladewerken, gevuld
- Andere chocolade en chocoladewerken, gevuld
- chocolade en chocoladewerken:–– of andere vruchten
- Suiker, jam, honing, chocolade en suikerwerk