Betekenis van:
christelijk
christelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- te maken hebbend met het christendom
"Dat is een heel christelijk land."
christelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- te maken hebbend met het christendom
"de christelijke feestdagen"
"(op) een christelijk(e) tijd(stip)"
Hyperoniemen
christelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- fatsoenlijk
"Ik wil wel afspreken op een christelijke tijd."
christelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- normaal.
"Doe eens een beetje christelijk!"
christelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- zich gedragend volgens de goede manieren
Synoniemen
Voorbeeldzinnen
- Onze vader" (het christelijk gebed "Onzevader
- Het Verbond van Nederlandse Ondernemingen/Nederlands Christelijk Werkgeversverbond VNO-NCW steunt de opmerkingen van de CBI en de NVP, met name die over de omvang van de equity gap.