Betekenis van:
coma
coma (het ~ | meervoud coma's)
Zelfstandig naamwoord
- diepe bewusteloosheid
"uit een coma bijkomen/ontwaken"
"in coma zijn/liggen"
Hyperoniemen
coma
Zelfstandig naamwoord
- volkomen bewustloosheid
"Door dat zware ongeval raakte zij geruime tijd in coma."
coma (de ~ | meervoud coma's)
Zelfstandig naamwoord
- nevelmassa rond de kern v.e. komeet