Betekenis van:
compleet
compleet
Bijvoeglijk naamwoord
- volledig; compleet
"iets compleet vergeten"
"een complete uitrusting"
Synoniemen
compleet
Bijvoeglijk naamwoord
- volledig, voltallig
"U kunt nu het complete album in de winkel kopen."
compleet
Bijvoeglijk naamwoord
- totaal; totaal; geheel; compleet; volledig; helemaal; compleet; compleet; geheel; niet gedeeld
Synoniemen
Voorbeeldzinnen
- Jammer genoeg is het hotel dat je aanbevolen had compleet volgeboekt.
- Compleet systeem
- Compleet voertuig
- Carrosserie/compleet voertuig:
- compleet van kleding wisselen
- Carrosserie/compleet voertuig: …
- Andere uurwerken, compleet en gemonteerd
- Als compleet toestel hergebruikte AEEA
- KANTELTEST MET EEN COMPLEET VOERTUIG
- Horloge-uurwerken, compleet en gemonteerd
- CPA 26.52.21: Horloge-uurwerken, compleet en gemonteerd
- CPA 26.52.22: Andere uurwerken, compleet en gemonteerd
- Horloge-uurwerken, compleet en gemonteerd, n.e.g.
- controleren of het vliegtuig en de uitrusting compleet zijn;
- steeds compleet zijn, ook wanneer een bladzijde niet is ingevuld.