Betekenis van:
concessie

concessie (de ~ | meervoud concessies)
Zelfstandig naamwoord
  • vergunning van overheidswege met uitsluiting van anderen
"iets in concessie (uit)geven"
"een concessie verlenen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

concessie (de ~ | meervoud concessies)
Zelfstandig naamwoord
  • tegemoetkoming; het inschikkelijk zijn
"concessies doen"
"een concessie aan [Frankrijk]"

Synoniemen

Hyperoniemen

concessie (de ~ | meervoud concessies)
Zelfstandig naamwoord
  • stuk land met vergunning

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Beginsel van de concessie
  2. Beide investeringstypes worden vermeld in de concessie.
  3. Dit nieuwe tariefcontingent wordt aan de bestaande concessie toegevoegd.
  4. Na afloop van de concessie wordt de overheid opnieuw eigenaar van de goederen.
  5. Wanneer een concessie afloopt, moet zij opnieuw worden verleend via een transparante selectieprocedure.
  6. Teruggave van de goederen aan de overheid aan het einde van de concessie
  7. De wijze waarop de overheid participeert, is bepaald in de concessie.
  8. Entiteiten met een vergunning of concessie voor de exploratie of winning van aardolie of aardgas overeenkomstig:
  9. Deze concessie bestaat uit slechts één contingent van 100 ton met een contingentrecht van 7,5 %.”
  10. De grondoverdrachten aan Tieliikelaitos of zijn voorganger werden van bij het begin in de concessie opgenomen.
  11. De autonome concessie betreft de invoer van een jaarlijkse hoeveelheid van 700 ton.
  12. De uitbesteding van een openbare dienst, zoals gewijzigd door het aanhangsel, wordt hierna de „concessie” genoemd.
  13. De concessie werd evenwel in de Staatscourant bekendgemaakt, waarna eventuele belanghebbenden de mogelijkheid hadden beroep in te stellen.
  14. Deze terreinen blijven eigendom van de overheid en worden na afloop van de concessie kosteloos aan de overheid teruggeven.
  15. Bij het aflopen van de concessie verliest de onderneming in beginsel het recht om zijn activa te exploiteren.