Betekenis van:
confronteren

confronteren
Werkwoord
  • plaatsen tegenover
"geconfronteerd worden met [een boze echtgenoot]"
"zich geconfronteerd zien met iets/iemand"

Hyperoniemen

Hyponiemen

confronteren
Werkwoord
  • iemand laten zien wat diegene heeft gedaan
"Ik confronteerde hem op zijn fouten die hij heeft begaan."

Voorbeeldzinnen

  1. De verwerkende bedrijven die aan het onderzoek hebben meegewerkt, voerden aan dat het opleggen van maatregelen de sector zou confronteren met een ontoereikend aanbod van ingevroren aardbeien, niet alleen wat hoeveelheden betreft, maar ook wat betreft de verschillende kwaliteiten die voor de productie nodig zijn.