Betekenis van:
crediteur
crediteur (de ~ | meervoud crediteuren, crediteurs)
Zelfstandig naamwoord
- schuldvorderaar; iemand die geld v.e. ander krijgt; schuldeiser
"schuldvorderingen ten name van crediteuren"
"debiteuren en crediteuren"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
crediteur
Zelfstandig naamwoord
- iemand aan wie iemand iets (meestal geld) verschuldigd is
Voorbeeldzinnen
- Crediteur
- de crediteur,
- de crediteur,
- het bestaan van de rechten van de crediteur verifieert;
- Sector van de afdeling van de instelling van de crediteur
- het bestaan van de rechten van de crediteur verifieert;
- het bestaan van de rechten van de crediteur verifieert;
- De Commissie is van oordeel dat de herstructurering beantwoordt aan het beginsel van de particuliere crediteur.
- De feitelijke bedragen per crediteur zijn in de onderstaande tabel opgenomen.
- De CBT is in het huidige faillissementsproces de enige crediteur van AGB.
- De feitelijke bedragen per crediteur zijn in de onderstaande tabel opgenomen:
- Steun voor de herstructurering van Huta Częstochowa en toepassing van het beginsel van de particuliere crediteur
- Gebied van ingezetenschap van de afdeling van de instelling van de crediteur
- De interpretatie gaat niet in op de administratieve verwerking door de crediteur.
- een werknemer, geldlener, cliënt, geldgever of crediteur van verkoper of koper;