Betekenis van:
dame
dame (de ~ | meervoud dames)
Zelfstandig naamwoord
- koningin bij schaken en kaarten; bepaald schaakstuk
"de dame slaan"
Synoniemen
Hyperoniemen
dame (de ~ | meervoud dames)
Zelfstandig naamwoord
- mens van het vrouwelijk geslacht
"een dame op leeftijd"
"dames en heren"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
dame
Zelfstandig naamwoord
- een beschaafde vrouw
dame
Zelfstandig naamwoord
- de koningin in het schaakspel
Voorbeeldzinnen
- Hij begroette de dame.
- Ken je deze dame?
- De prins leerde Engels van de Amerikaanse dame.
- We verplaatsten onze tassen om plaats te maken zodat de oudere dame kon zitten.
- Toen ik mijn ogen weer open deed, stond er ineens een onbekende dame voor mijn neus.
- De dappere ridder stapt naar voren en kust de dame de hand.
- De dame voert de kleur (van het veld)
- UCAR SNC, Notre Dame de Briançon, Frankrijk en het gelieerde bedrijf UCAR SA, Etoy, Zwitserland;
- UCAR SNC, Notre Dame de Briançon, Frankrijk en het gelieerde bedrijf UCAR SA, Etoy, Zwitserland;