Betekenis van:
decimaal

decimaal
Zelfstandig naamwoord
  • elk van de eenheden van het decimale stelsel die kleiner zijn dan één
"Dit getal dient afgerond te worden op drie decimalen."
decimaal (de ~ | meervoud decimalen)
Zelfstandig naamwoord
  • cijfer achter de komma

Hyperoniemen

decimaal
Bijvoeglijk naamwoord
  • in tien(tall)en
"een decimale breuk"
"het decimale stelsel"

Synoniemen

decimaal
Bijvoeglijk naamwoord
  • tientallig.
"Is dat een decimale breuk?"

Voorbeeldzinnen

  1. Lengtegraad (decimaal)
  2. Breedtegraad (decimaal)
  3. Als de volgende decimaal groter is dan of gelijk is aan 5, wordt de eerste decimaal met 1 vermeerderd.
  4. Wanneer de decimaal gelijk is aan 0,5 wordt het getal afgerond tot de hogere of lagere eenheid, naargelang het cijfer voor de decimaal even of oneven is.
  5. Het loodgehalte van gerectificeerde geconcentreerde most wordt opgegeven in milligram per kilogram met één decimaal.
  6. Het totale kationengehalte wordt opgegeven in milli-equivalent per kilogram suikers met één decimaal.
  7. Het ethylalcoholgehalte wordt opgegeven in gram per kilogram totaal suiker met één decimaal.
  8. T: ledig gewicht van de wagen in t, afgerond op de eerste decimaal
  9. het gemeten waterverbruik van de afwasmachine in liter per cyclus, uitgedrukt tot op één decimaal nauwkeurig,
  10. LT, LG: in decimaal formaat, tot 3 decimalen na de komma.
  11. De preferentiële rechten worden, met inachtneming van lid 2, naar beneden afgerond op één decimaal.
  12. De uitkomst van de berekening wordt ten minste tot op de eerste decimaal weergegeven.
  13. De resolutie wordt gespecificeerd als twee cijfers, gevolgd door een decimaal punt en nogmaals twee cijfers.
  14. Het uit formule verkregen resultaat wordt tot op één decimaal nauwkeurig opgegeven.
  15. Alle cijfers in verband met het vermogen moeten worden uitgedrukt in watt en afgerond tot de tweede decimaal.