Betekenis van:
deelnemen
deelnemen
Werkwoord
- meedoen, meevoelen
"Een nieuwe partij wil deelnemen aan de komende parlementsverkiezing."
Voorbeeldzinnen
- Niet winnen is belangrijk, maar deelnemen.
- Ik wil deelnemen aan het protest.
- Aan het programma mogen deelnemen:
- De Commissie kan aan deze beraadslagingen deelnemen.
- Kandidaat-lidstaten kunnen aan dit instrument deelnemen.
- de ambtenaren die deelnemen aan de operatie;
- er moeten minstens vier juridische entiteiten deelnemen;
- De lidstaten die niet deelnemen aan SIS 1+ mogen wel deelnemen aan de integrale test.
- Onafhankelijk onderzoek is een voorwaarde om te kunnen deelnemen
- De wedstrijden van het vijflandentoernooi rugby waaraan onze landen deelnemen
- Aantal gesteunde landbouwbedrijven die deelnemen aan een kwaliteitsregeling
- steun te verlenen aan landbouwers die deelnemen aan voedselkwaliteitsregelingen,
- de bevoegde autoriteiten deelnemen aan de werkzaamheden van de EBA,
- Er zullen telkens niet meer dan drie deskundigen aan deelnemen.
- Het gastland zal aan de uitvoering van het project deelnemen.