Betekenis van:
defect
defect
Bijvoeglijk naamwoord
- kapot, niet werkend
"Het defecte apparaat kon niet meer gerepareerd worden."
defect (het ~ | meervoud defecten)
Zelfstandig naamwoord
- mankement
"een defect aan [het besturingssysteem]"
"een defect verhelpen/herstellen"
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Lens is defect.
- Defect, veroorzaakte schade
- Bediening is defect.
- Waarschuwingssignaal is defect.
- Noodbediening is defect.
- De kabelgeleiding is defect
- Systeem is defect.
- Systeem is defect.
- Bediening is defect.
- Bevestiging is defect.
- Kabelgeleiding is defect.
- Het systeem is defect
- Ontsteker (indien vereist) defect.
- Met een defect
- Overbrenging is defect.