Betekenis van:
den
den (de ~ | meervoud dennen)
Zelfstandig naamwoord
- kegeldragende naaldboom van het geslacht Pinus
"een slanke den"
"zo slank als een den"
Synoniemen
Hyperoniemen
den
Zelfstandig naamwoord
- ''Pinus'' soort naaldboom
Voorbeeldzinnen
- De Zwitserse frank is aan den euro gekoppeld.
- DEN
- Värpta den”
- den amtskommunale indkomstskat
- den kommunale indkomstskat
- Duinen Den Helder - Callantsoog
- van den Berg
- 2517 DEN HAAG
- De heer M.G. DEN HELD
- „Erzeugnisse für den direkten Verbrauch”
- Gedaan te Den Haag, 9 april 2009.
- Gedaan te Den Haag, 18 juli 2007.
- In het Zweeds återbördad till licensinnehavaren den …
- (Sub)-mediterrane dennenbossen met endemische zwarte den
- Postbus 20201, 2500 EE DEN HAAG