Betekenis van:
deuropening

deuropening (de ~ | meervoud deuropeningen)
Zelfstandig naamwoord
  • opening die door een deur gesloten wordt
"in de deuropening [staan]"
"door de deuropening [verdwijnen]"

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Deuropening
  2. Bij een dubbele deuropening worden de treden in elke helft van de doorgang afzonderlijk beschouwd.
  3. Bij een dubbele deur voldoen beide helften van de deuropening aan dit voorschrift.Aantal passagiers
  4. Aan de zijkanten van het voertuig begint het dak bij de bovenrand van de deuropening.
  5. Bij voertuigen met een capaciteit van maximaal 22 passagiers worden een deuropening en het traject dat de passagiers volgen om daar te komen, als onbelemmerd beschouwd indien zij voldoen aan de volgende voorwaarden:
  6. Aan beide zijden van elke deur moet tevens een plaat worden aangebracht met een tekst of afbeeldingen die waarschuwen voor het gevaar dat ontstaat wanneer iemand in de deuropening blijft staan nadat het sluitingsmechanisme in werking is gesteld.
  7. De hoogte van de ingang van de bedrijfsdeur moet worden gemeten als de verticale afstand gemeten in een verticaal vlak van de horizontale projectie van het middelpunt van de deuropening en het bovenvlak van de laagste trede.
  8. De breedte mag tot 300 mm worden verminderd wanneer wielkasten uitsteken, mits aan de vereiste breedte van 550 mm wordt voldaan op de minimumhoogte van 400 mm boven het laagste deel van de deuropening.
  9. Indien er passagierstoelen zijn waarbij men, om een vereiste nooduitgang te bereiken, door een deuropening of gordijn heen moet die/dat de passagierscabine scheidt van andere ruimten, dient die deur of dat gordijn in de geopende stand vastgezet te kunnen worden.
  10. .7.4 Aan beide zijden van het schot moeten op een hoogte van ten minste 1,6 m boven het vloeroppervlak bedieningshandels aanwezig zijn, en wel zo dat personen die door de deuropening gaan, deze beide hendels in de open stand kunnen houden zonder dat daarbij het werktuiglijk aangedreven sluitingsmechanisme per ongeluk in werking kan worden gesteld.
  11. Aan beide zijden van het schot moet een bedieningshefboom, verbonden aan de werktuiglijke bewegingsinrichting, aanwezig zijn, zodat personen die de deuropening passeren, deze beide hefbomen in de open stand kunnen houden, zonder dat de mogelijkheid aanwezig is dat het sluitingsmechanisme abusievelijk in werking wordt gesteld.
  12. Indien er passagierstoelen zijn waarbij men, om een vereiste nooduitgang te bereiken, door een deuropening of gordijn heen moet die/dat de passagierscabine scheidt van andere ruimten, dient die deur of dat gordijn in de geopende stand vastgezet te kunnen worden.
  13. Het dubbele paneel wordt evenwijdig aan de deuropening gehouden wanneer het vanuit de beginstand, met het vlak dat het dichtst bij de binnenzijde van het voertuig ligt rakend aan de uiterste rand van de opening, wordt bewogen naar de plaats waar het de eerste trede raakt, waarna het paneel loodrecht wordt gehouden op de waarschijnlijke bewegingsrichting van een persoon die van de ingang gebruik maakt.