Betekenis van:
diamant

diamant (de ~ | meervoud diamanten)
Zelfstandig naamwoord
  • bepaalde edelsteen
"een diamant slijpen"

Hyperoniemen

diamant
Zelfstandig naamwoord
  • een uiterst hard, doorzichtig mineraal met kubische symmetrie dat uit koolstof bestaat
"Omdat diamant uit koolstof bestaat is het net zo brandbaar als steenkool."
diamant
Zelfstandig naamwoord
  • een edelsteen gesneden uit [1]

Voorbeeldzinnen

  1. Deze diamant kost een fortuin.
  2. Dat kan geen echte diamant zijn.
  3. diamant
  4. diamant
  5. andere diamant
  6. van diamant
  7. Verwisselbaar gereedschap, werkzaam deel diamant
  8. Textiel – Diamant en andere sectoren
  9. Verwisselbaar gereedschap, werkzaam deel diamant
  10. Slijpstenen ..., van geagglomereerde natuurlijke of synthetische diamant
  11. Directie Nijverheid (Textiel — Diamant en andere sectoren)
  12. van geagglomereerde natuurlijke of synthetische diamant
  13. Andere diamant, niet gevat noch gezet, n.e.g.
  14. waarvan het werkzaam deel bestaat uit diamant, met inbegrip van geagglomereerd diamant
  15. Gereedschap voor het boren, met werkzaam deel van diamant