Betekenis van:
dictaat
dictaat (het ~ | meervoud dictaten)
Zelfstandig naamwoord
- dwingend voorschrift
"een dictaat opleggen"
Hyperoniemen
Hyponiemen
dictaat (het ~ | meervoud dictaten)
Zelfstandig naamwoord
- aantekeningen van gesproken tekst
"een dictaat van iemand overnemen"