Betekenis van:
dienen
dienen
Werkwoord
- soldaat zijn
"dienen bij de krijgsmacht"
"als majoor dienen"
Hyperoniemen
Hyponiemen
dienen
Werkwoord
- ''iemand ~'': een ander persoon het naar de zin maken
"Vele jaren diende hij zijn heer en meester."
dienen
Werkwoord
- ''~ voor'': van nut zijn
"Ik weet ook niet waar dat voor dient."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Bemanningsleden dienen:
- De lidstaten dienen:
- Aanbestedende diensten dienen:
- In te dienen gegevens
- In te dienen documenten
- In te dienen elementen
- Niet in te dienen
- Inspecteurs dienen ten minste:
- Voorschriften/in te dienen informatie
- De waarnemers dienen met name:
- Als tegenprestatie dienen deze personen:
- Deze partijen dienen met name:
- Daartoe dienen zij met name:
- 1995: niet in te dienen
- Luidens hun mandaat dienen NGG’s: