Betekenis van:
dier
dier (het ~ | meervoud dieren)
Zelfstandig naamwoord
- niet tot de planten behorend levend wezen dat begaafd is met gevoel en willekeurige beweging
"een politiek dier"
"wilde dieren"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
dier
Zelfstandig naamwoord
- met zintuigen uitgerust meercellig organisme dat zijn energie verkrijgt uit andere dierlijke of plantaardige organismen
Voorbeeldzinnen
- Dat dier is enorm!
- Hij weet bijna niets over dat dier.
- De mens is het enige dier dat kan lachen.
- Hoe noem je dit dier in het Japans?
- Tot heil voor mens en dier
- De mens is het enige dier dat gebruik maakt van vuur.
- per dier
- (EUR/dier)
- (cm/dier)
- (m2/dier)
- (m/dier)
- 0,01 EUR/dier
- 1,50 EUR per dier.
- 2,20 EUR per dier;
- 3,5 euro per dier;