Betekenis van:
discipel

discipel
Zelfstandig naamwoord
  • een leerling van een geestelijk leidsman
"Jezus verkreeg een aantal van zijn discipelen aan het meer van Tiberias."
discipel (de ~ | meervoud discipelen, discipels)
Zelfstandig naamwoord
  • ieder van de leerlingen van Jezus en eerste verkondigers van het Christendom
"de discipelen van Christus"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen