Betekenis van:
dochter
dochter (de ~ | meervoud dochters)
Zelfstandig naamwoord
- kind van het vrouwelijk geslacht in relatie tot de ouders
"een dochter van (een bedrijf)"
Synoniemen
dochter
Zelfstandig naamwoord
- een vrouwelijk kind
Voorbeeldzinnen
- Hij had één dochter.
- Dat is mijn dochter.
- Jouw dochter is zeer mooi.
- Mijn dochter wil een piano.
- Haar oudste dochter ging trouwen.
- Uw dochter is aan de drugs.
- Ze heeft een dochter die pianiste is.
- Zijn dochter is een mooie vrouw geworden.
- Ze is trots op haar dochter.
- Ze zijn fier over hun dochter.
- Hun oudste dochter is nog niet getrouwd.
- Mijn dochter heeft een denkbeeldige vriend.
- Ze is trots op haar dochter.
- Het meisje met de blauwe jas is mijn dochter.
- Ik ga een camera voor mijn dochter kopen.